Dit is het laatst bericht op Autisme, hoe doe ik dat..?
Wij zetten ons Blog en onze activiteiten voort op: Autisme, wat nu..?
Hopelijk kunnen we jullie daar snel verwelkomen..!
Autisme, hoe doe ik dat..?
Uitleg, adviezen, tips en trucs over het leven met autisme
zaterdag 30 juni 2012
maandag 3 oktober 2011
Autisme, wat nu..?: Nu verkrijgbaar! AutiPower
Autisme, wat nu..?: Nu verkrijgbaar! AutiPower: Nieuw boek "AutiPower". Over mensen in een samenleving die van hun "anders zijn" een handicap maakt... Een autismespectrumstoornis (ASS)...
vrijdag 30 september 2011
Ik ben speciaal..!
"Ik ben Speciaal" is een veeltoegepaste methodiek ontwikkeld door Peter Vermeulen van Autisme Centraal in België. Het is een individuele training voor personen vanaf 9 jaar met een vorm van autisme en een laag- tot bovengemiddelde begaafdheid (IQ vanaf 75).
Doel
Mensen met een autisme uitleggen hoe mensen fysiek, emotioneel en verstandelijk in elkaar zitten. Wanneer is iets een handicap en wanneer niet? Wat is autisme en hoe ziet dat er bij die persoon uit? Wat vind je leuk en wat moeilijk? Hoe ga je hiermee om?
Door meer kennis over autisme leer je hier beter mee om te gaan. En een beter zelfbeeld geeft meer zelfvertrouwen.
Voor wie?
Kinderen, jongeren en volwassenen met autisme die daar zelf veel vragen over stellen of worden geconfronteerd met allerlei moeilijke of onveilige situaties en/of onrealistische verwachtingen over de toekomst hebben.
Met het uitleggen aan ouders en dienstverleners van wat autisme is, is men al jaren bezig. Normaal begaafde mensen met autisme stellen zelf ook de vraag naar wat autisme is, direct of indirect.
Voor hen heeft Peter Vermeulen dit werkboek geschreven, zij lezen, denken of begrijpen namelijk anders. Lay-out en inhoud houden daarmee rekening.Ik ben speciaal is, in de nieuwe gereviseerde versie, een programma voor psycho-educatie met als doel personen met autisme zelfkennis bij te brengen, kennis van (het eigen) autisme en hoe ermee om te gaan. Het hanteert een empowerende, socratische methode.Ik ben speciaal is ontworpen om mee te werken: een kind, jongere of volwassene met autisme doorloopt samen met een volwassen persoon de verschillende werkbladen.
Aanvullingen, verbeteringen, suggesties van ouders, mensen met autisme en dienstverleners zijn verwerkt in deze tweede editie. De werkbladen worden digitaal aangeboden op dvd. Dat maakt het gebruik op computer en in kleurversies mogelijk. De digitale versie vergemakkelijkt het ontwikkelen van eigen versies, zodat Ik ben speciaal op maat en geïndividualiseerd aangeboden kan worden. Zo ontstaat telkens een uniek en creatief boek. Met nieuwe teksten over het zelfbeeld van mensen met autisme, psycho-educatie en de socratische methode. Aangepaste versies voor jongere kinderen, jongeren met een verstandelijke beperking en normaal begaafde volwassenen.
Ik ben speciaal 2:
NBD|Biblion recensie:
Dit boek verscheen voor het eerst in 1999 als losbladige werkmap, met als doelstelling normaal begaafde mensen met autisme te informeren over hun stoornis. Na talrijke reacties en een wetenschappelijke evaluatie heeft autismedeskundige Peter Vermeulen die praktische handleiding aangevuld en omgevormd tot een echt werkboek voor 'psycho-educatie'. Het werkboek kan bovendien ook dienen om broers, zussen of leeftijdsgenoten van iemand met autisme te informeren. Een eerste deel biedt theoretische informatie over de stoornis en richtlijnen om het programma te begeleiden. Deel twee is een praktische handleiding bij de werkbladen, die te vinden is op een bijgeleverde cd-rom. De opdrachten en activiteiten hebben onder meer tot doel dat kinderen met autisme zichzelf kunnen beschrijven, dat ze de gevolgen van de stoornis kunnen inschatten, dat ze coping-strategieen kunnen vormen en dat ze zichzelf positief waarderen. Het betoog wordt ondersteund met schema's, tabellen en een bibliografie. Een erg handig en overzichtelijk vormgegeven instrument voor ouders en begeleiders van kinderen met autisme.
Doel
Mensen met een autisme uitleggen hoe mensen fysiek, emotioneel en verstandelijk in elkaar zitten. Wanneer is iets een handicap en wanneer niet? Wat is autisme en hoe ziet dat er bij die persoon uit? Wat vind je leuk en wat moeilijk? Hoe ga je hiermee om?
Door meer kennis over autisme leer je hier beter mee om te gaan. En een beter zelfbeeld geeft meer zelfvertrouwen.
Voor wie?
Kinderen, jongeren en volwassenen met autisme die daar zelf veel vragen over stellen of worden geconfronteerd met allerlei moeilijke of onveilige situaties en/of onrealistische verwachtingen over de toekomst hebben.
Met het uitleggen aan ouders en dienstverleners van wat autisme is, is men al jaren bezig. Normaal begaafde mensen met autisme stellen zelf ook de vraag naar wat autisme is, direct of indirect.
Voor hen heeft Peter Vermeulen dit werkboek geschreven, zij lezen, denken of begrijpen namelijk anders. Lay-out en inhoud houden daarmee rekening.Ik ben speciaal is, in de nieuwe gereviseerde versie, een programma voor psycho-educatie met als doel personen met autisme zelfkennis bij te brengen, kennis van (het eigen) autisme en hoe ermee om te gaan. Het hanteert een empowerende, socratische methode.Ik ben speciaal is ontworpen om mee te werken: een kind, jongere of volwassene met autisme doorloopt samen met een volwassen persoon de verschillende werkbladen.
Aanvullingen, verbeteringen, suggesties van ouders, mensen met autisme en dienstverleners zijn verwerkt in deze tweede editie. De werkbladen worden digitaal aangeboden op dvd. Dat maakt het gebruik op computer en in kleurversies mogelijk. De digitale versie vergemakkelijkt het ontwikkelen van eigen versies, zodat Ik ben speciaal op maat en geïndividualiseerd aangeboden kan worden. Zo ontstaat telkens een uniek en creatief boek. Met nieuwe teksten over het zelfbeeld van mensen met autisme, psycho-educatie en de socratische methode. Aangepaste versies voor jongere kinderen, jongeren met een verstandelijke beperking en normaal begaafde volwassenen.
Ik ben speciaal 2:
NBD|Biblion recensie:
Dit boek verscheen voor het eerst in 1999 als losbladige werkmap, met als doelstelling normaal begaafde mensen met autisme te informeren over hun stoornis. Na talrijke reacties en een wetenschappelijke evaluatie heeft autismedeskundige Peter Vermeulen die praktische handleiding aangevuld en omgevormd tot een echt werkboek voor 'psycho-educatie'. Het werkboek kan bovendien ook dienen om broers, zussen of leeftijdsgenoten van iemand met autisme te informeren. Een eerste deel biedt theoretische informatie over de stoornis en richtlijnen om het programma te begeleiden. Deel twee is een praktische handleiding bij de werkbladen, die te vinden is op een bijgeleverde cd-rom. De opdrachten en activiteiten hebben onder meer tot doel dat kinderen met autisme zichzelf kunnen beschrijven, dat ze de gevolgen van de stoornis kunnen inschatten, dat ze coping-strategieen kunnen vormen en dat ze zichzelf positief waarderen. Het betoog wordt ondersteund met schema's, tabellen en een bibliografie. Een erg handig en overzichtelijk vormgegeven instrument voor ouders en begeleiders van kinderen met autisme.
Autisme, wat nu..?: Beroemde autisten...
Autisme, wat nu..?: Beroemde autisten...: Waar zouden we zijn zonder autisme..? Stel je eens voor dat onderstaande mensen nooit zouden hebben bestaan, of geen autisme zouden hebben...
donderdag 29 september 2011
Echtscheiding en autisme
Kinderen ervaren een echtscheiding tussen beide ouders als een enorme ingrijpende en emotionele gebeurtenis. Voor kinderen met Autisme heeft zo’n echtscheiding eveneens een behoorlijke impact. Kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) hebben grote moeite om gedachten, gevoelens en emoties van anderen te begrijpen of te signaleren. Bij een echtscheiding zal dit nog ingrijpender zijn, omdat het hier gaat om beide ouders; ouders die hen vanaf hun geboorte begrip, geborgenheid, structuur, regelmaat, regels, veiligheid en vertrouwen hebben gegeven. De basis die elk kind – maar zeer zeker een kind met ASS - nodig heeft, maar dan ineens wegvalt.
Om wat voor reden ouders dan ook beslissen om uit elkaar te gaan, men komt veelal in de echtscheidingsprocedure terecht, waarbij de omgangsregeling vaak een onderwerp van discussie is. Gaat het binnen zo’n echtscheidingsprocedure goedschiks of kwaadschiks? Zet uw kind(eren) nooit in als onderdeel in de strijd met elkaar en verlies het belang van kind(eren) niet uit het oog. Projecteer de bijkomende emoties nooit op kind(eren), want een kind met ASS kan en heeft niets met de emoties van een volwassen ouder! Natuurlijk is een echtscheiding een emotionele en ingrijpende gebeurtenis, maar er zullen genoeg momenten en/of gelegenheden zijn om (volwassen) emoties te bespreken met anderen, maar laat een kind op dat niveau geen deelgenoot zijn. Een kind heeft zijn/haar eigen emoties/gevoelens en die zijn in dit geval een stuk belangrijker, dan de emoties van de scheidende ouder.
Wat betreft de omgangsregeling is het van belang om goede en duidelijke afspraken te maken. Een kind met ASS hecht aan duidelijkheid, regels en structuur. En tijdens een echtscheiding tussen beide ouders des te meer, want een kind ziet dat stukje “basis” en structuur wegvallen, omdat één van de ouders de “basis” (lees: ouderlijk huis) zal verlaten, om elders een nieuw onderkomen te betrekken.
Maar… ook na de scheiding is het belangrijk om goede begeleiding, ondersteuning en aansturing voor het kind met ASS in stand te houden. Ervaring leert dat een alleenstaande vader en/of moeder na de echtscheiding, de opvoeding, zorg en aandacht van een kind met Autisme als nog zwaarder ervaart, dan toen men nog samen was. En ongeacht of er bij vader en/of moeder wel/geen nieuwe partner in het leven komt; opvoedkundig blijft een kind met ASS een punt van constante zorg en aandacht. Elke verandering in het leven van een kind met ASS vraagt om de juiste aanpak en acceptatie.
Een echtscheiding brengt vaak het nodige teweeg, zo ook op financieel gebied. Waar heeft u als alleenstaande ouder recht op als u alleen achterblijft met een kind met b.v. een PGB-indicatie? Zorg vraagt dan niet alleen om aandacht, maar ook om financiële bijstand en ondersteuning.
Om wat voor reden ouders dan ook beslissen om uit elkaar te gaan, men komt veelal in de echtscheidingsprocedure terecht, waarbij de omgangsregeling vaak een onderwerp van discussie is. Gaat het binnen zo’n echtscheidingsprocedure goedschiks of kwaadschiks? Zet uw kind(eren) nooit in als onderdeel in de strijd met elkaar en verlies het belang van kind(eren) niet uit het oog. Projecteer de bijkomende emoties nooit op kind(eren), want een kind met ASS kan en heeft niets met de emoties van een volwassen ouder! Natuurlijk is een echtscheiding een emotionele en ingrijpende gebeurtenis, maar er zullen genoeg momenten en/of gelegenheden zijn om (volwassen) emoties te bespreken met anderen, maar laat een kind op dat niveau geen deelgenoot zijn. Een kind heeft zijn/haar eigen emoties/gevoelens en die zijn in dit geval een stuk belangrijker, dan de emoties van de scheidende ouder.
Wat betreft de omgangsregeling is het van belang om goede en duidelijke afspraken te maken. Een kind met ASS hecht aan duidelijkheid, regels en structuur. En tijdens een echtscheiding tussen beide ouders des te meer, want een kind ziet dat stukje “basis” en structuur wegvallen, omdat één van de ouders de “basis” (lees: ouderlijk huis) zal verlaten, om elders een nieuw onderkomen te betrekken.
Maar… ook na de scheiding is het belangrijk om goede begeleiding, ondersteuning en aansturing voor het kind met ASS in stand te houden. Ervaring leert dat een alleenstaande vader en/of moeder na de echtscheiding, de opvoeding, zorg en aandacht van een kind met Autisme als nog zwaarder ervaart, dan toen men nog samen was. En ongeacht of er bij vader en/of moeder wel/geen nieuwe partner in het leven komt; opvoedkundig blijft een kind met ASS een punt van constante zorg en aandacht. Elke verandering in het leven van een kind met ASS vraagt om de juiste aanpak en acceptatie.
Een echtscheiding brengt vaak het nodige teweeg, zo ook op financieel gebied. Waar heeft u als alleenstaande ouder recht op als u alleen achterblijft met een kind met b.v. een PGB-indicatie? Zorg vraagt dan niet alleen om aandacht, maar ook om financiële bijstand en ondersteuning.
Boeken over kinderen en echtscheiding:
woensdag 28 september 2011
Mindfulness bij (autistische) kinderen
Hoewel het effect van mindfulness op kinderen nog niet zo uitgebreid is onderzocht, wordt het al wel enkele jaren ingezet bij de behandeling voor kinderen met Autisme en ADHD.
De eerste onderzoeken hebben inmiddels veelbelovende effecten laten zien van de beoefening van mindfulness met kinderen.
De resultaten laten duidelijke verbeteringen zien in aandacht, blijdschap, bewustzijn en een vermindering van angstgevoelens. Ook presteerden kinderen beter op een aandachtstest. Verder blijkt dat kinderen minder symptomen laten zien, meer zelfvertrouwen hebben en beter in staat zijn relaties met anderen aan te gaan.
De kinderen zelf melden een beter slaappatroon en minder last van angst te hebben. Tevens kunnen zij zich op school beter concentreren en ondervinden zij minder conflicten.
Ouders meldden dat de kinderen meer zelfcontrole hebben, zich minder terugtrekken en meer rekening houden met anderen. Ook voelen de ouders zich minder gestresst en meer bekwaam in het omgaan met het gedrag van hun kind.
Mindfulness en ouderschap
Mindfulness wordt tegenwoordig steeds vaker ingezet als hulpmiddel bij het ouderschap. Twee casestudies van Singh (2006; 2007) toonden aan dat een mindfulnesstraining bij ouders van kinderen met autisme positieve effecten teweeg bracht.
Na de training waren de kinderen minder agressief, gehoorzamer, sociaal meer bekwaam en vertoonden ze minder zelfmutilatie.
Een onderzoek van Bögels en collega’s (2010) liet zien dat na een mindfulness-oudertraining kinderen minder internaliserende en externaliserende problemen hadden.
Verder ervoeren de ouders significant minder opvoedingsstress, hadden zij minder last van psychopathologische klachten en verbeterden zij zowel hun opvoedingsstijl als hun co-opvoeding.
Boeken over Mindfulness en Kinderen:
De eerste onderzoeken hebben inmiddels veelbelovende effecten laten zien van de beoefening van mindfulness met kinderen.
De resultaten laten duidelijke verbeteringen zien in aandacht, blijdschap, bewustzijn en een vermindering van angstgevoelens. Ook presteerden kinderen beter op een aandachtstest. Verder blijkt dat kinderen minder symptomen laten zien, meer zelfvertrouwen hebben en beter in staat zijn relaties met anderen aan te gaan.
De kinderen zelf melden een beter slaappatroon en minder last van angst te hebben. Tevens kunnen zij zich op school beter concentreren en ondervinden zij minder conflicten.
Ouders meldden dat de kinderen meer zelfcontrole hebben, zich minder terugtrekken en meer rekening houden met anderen. Ook voelen de ouders zich minder gestresst en meer bekwaam in het omgaan met het gedrag van hun kind.
Mindfulness en ouderschap
Mindfulness wordt tegenwoordig steeds vaker ingezet als hulpmiddel bij het ouderschap. Twee casestudies van Singh (2006; 2007) toonden aan dat een mindfulnesstraining bij ouders van kinderen met autisme positieve effecten teweeg bracht.
Na de training waren de kinderen minder agressief, gehoorzamer, sociaal meer bekwaam en vertoonden ze minder zelfmutilatie.
Een onderzoek van Bögels en collega’s (2010) liet zien dat na een mindfulness-oudertraining kinderen minder internaliserende en externaliserende problemen hadden.
Verder ervoeren de ouders significant minder opvoedingsstress, hadden zij minder last van psychopathologische klachten en verbeterden zij zowel hun opvoedingsstijl als hun co-opvoeding.
Boeken over Mindfulness en Kinderen:
Labels:
Aanbevolen literatuur,
Hulpmiddelen,
Methodieken,
Mindfulness,
Therapie
dinsdag 27 september 2011
MCDD, Een grensgeval...
MCDD: Multiple Complex Development Disorder.(meervoudige complexe ontwikkelingsstoornis)
Symptomen:
1. Stoornissen in de regulatie van affecten (angst en agressie: angst schiet door in paniek en boosheid in woede).
a. intense angst of gespannenheid.
b. vreesachtigheid of fobie meestal voor ongebruikelijke situaties of voorwerpen.
c.paniekaanvallen of periodes van gedragsmatige terugval met driftbuien/woedeaanvallen.
d.stemmingsschommelingen
e.frequente oninvoelbare, bizarre angstreacties.
2. Stoornissen in de gevoeligheid voor sociale signalen en stoornissen in het sociale gedrag in relatie tot leeftijdsgenoten en volwassenen.
a. sociale desinteresse, vermijden van sociale contacten of grenzeloze contactname, ondanks aanwezige sociale vaardigheden.
b.ontbreken van bestendige relaties met leeftijdsgenoten.
c.aanklampende haat-liefderelaties met name met volwassenen [met name de ouders].
3. Stoornissen van het denken[ hak op de tak springen, bizarre fantasieën]
a. onlogische gedachtegang of plotseling onnavolgbare gedachtesprongen [magisch denken, neologismen]
b.verwarring tussen fantasie en werkelijkheid.
c.gemakkelijk verward raken
d. overwaardige gedachten [grootheidsideeën, verhoogde achterdocht]
Ze moeten leren dat gedrag hen niet zo maar overkomt (en daar hebben ze continu hulp bij nodig), maar dat ze hier zelf invloed op kunnen uitoefenen. Alleen het grote probleem met kinderen met MCDD is dat de regulatie van emoties bij hen verstoord is, en dan gebeurt het soms dat het gedrag hen overkomt voordat ze aan denken toekomen.
MCDD vertoont kenmerken die worden gezien bij autisme maar ook bij schizofrenie en angststoornissen,MCDD wordt gezien als een variant van PDD-nos, maar er zijn duidelijke verschillen.
Bij PDD-nos staan de contactproblemen op de voorgrond, maar bij MCDD staan de problemen met het regulieren van emoties en gedachten op de voorgrond.
Vergeleken bij MCDD-ers zijn PDD-nossers redelijk voorspelbaar in het gedrag.Ze kalmeren ook sneller.
Bij MCDD-ers is het gedrag veel extremer.Het is zeer moeilijk om uitbarstingen zien aan te komen/erbij te helpen en te voorkomen.
Angst is een zeer groot probleem bij MCDD.
Inzicht in de stoornis:
ANGST belemmert iemand met MCDD vaak in het functioneren. Er zijn verschillende soorten angsten. Reële angsten zijn angsten voor iets dat echt bestaat en irreële angsten zijn angsten voor iets dat niet voorkomt of dat voortkomt uit een fantasie.Reële angsten zijn voor ons vaak te begrijpen en daarmee kunnen we ze helpen maar irreële angsten zijn vaak moeilijk te begrijpen dus is het ook lastiger om ze daarmee te helpen.
Angst voor onweer b.v. is voor ons te begrijpen en wij kunnen door middel van uitleg en door behulp van een boekje of tekening uitleggen wat er precies gebeurt bij onweer en we kunnen het kind gerust stellen door te zeggen dat ie geen gevaar loopt omdat ie binnen is. Maar helpen bij irreële angsten is een stuk lastiger voor ons.Daar moeten we soms truukjes voor bedenken of we moeten ze helpen door middel van b.v. therapie.
STRUCTUUR is erg belangrijk voor iemand met autisme.Iemand met autisme wil graag altijd goed weten wat er precies gaat gebeuren. Bij het binnenkrijgen van informatie kunnen wij ons vaak eigenlijk meteen een beeld vormen, bij iemand met autisme komt het als het ware in losse puzzelstukjes binnen en moeten we ze helpen om de puzzel compleet te krijgen zodat ze zich beter een beeld kunnen vormen. Deze vijf puzzelstukjes willen mensen met autisme graag altijd van te voren compleet zien te krijgen
WAAR, WIE, WAT, HOE, WANNEER
Waar gaan we naartoe? Naar oma
Wie zijn daar? Oma,jij en ik
Wat gaan we daar toen? Theedrinken en kletsen
Hoe gaan we daarheen? Met de auto
Wanneer gaan we daarheen? Om 14:00 uur
Tip: Maak een poster met plaatjes (pictogrammen) en teksten aan de muur waar op staat wat het kind die dag gaat doen. (duidelijkheid)
Andere hulpmiddelen zijn : Een dagschema, speciaal onderwijs of trainingen, begeleiding van een psycholoog of psychiater, een aangepaste omgeving b.v. een eigen werkplek,hulp van de ouders, familie, vrienden of kennissen.
STIMULEREN is erg belangrijk ! Er zijn dingen waar iemand met MCDD goed in is. Tip: Maak een boekje door middel van het uitprinten van een paar blaadjes waar op staat:
Waar ben ik goed in?
Wat vind ik leuk om te doen?
Wat zijn mijn goeie eigenschappen?
Samen bezig zijn met je kind is fijn, leerzaam en gezellig. Leer je kind b.v. om om te gaan met je gevoel als je een spelletje hebt verloren. Of samen creatief bezig zijn met papier of het maken van een mooie tekening. Stimuleer je kind door hem complimenten te geven .
TRAINEN kun je je kind in eigenlijk alle dingen waar ie moeite mee heeft. Zo kan het best voorkomen dat bepaalde problemen na een poosje helemaal voorbij zijn,hij heeft geleerd hoe het moet en hoe ie ermee om moet gaan. Toch zal iemand met MCDD altijd problemen blijven houden in het omgaan met andere mensen en zullen ze vaak "onhandig" blijven in denken en handelen.
Hoe train je je kind?
Je traint je kind door hem dingen aan te leren en door oefening gaat het hem uiteindelijk zelf lukken zonder hulp van jou.
Door telkens maar weer te oefenen wordt het vanzelf een automatisme en zo kun je stap voor stap je kind helpen door hem gewoontes aan te leren die normaal zijn binnen de niet-autistische-wereld.
Tips bij de opvoeding:
Hieronder vind je een aantal steekwoorden die telkens weer belangrijk zullen zijn bij de opvoeding van een kind met MCDD.
-Structuur/duidelijkheid/consequent zijn
-Aanleren van dingen/gewoontes
-Stimuleren van gezonde vaardigheden
-Veiligheid
Je dient er bij de omgang met iemand met MCDD eigenlijk altijd rekening mee te houden dat ie een beperking heeft.Inzicht in de stoornis kan je dus helpen om beter met hem om te gaan,maar ook om hem te leren hoe ie met zijn handicap om kan gaan en hem door middel van boekjes o.i.d. helpen om meer inzicht in zijn stoornis te geven.
Iemand met MCDD kan vaak extreem onzeker zijn, het is daarom erg belangrijk dat je duidelijk bent & fantasieën over wat er allemaal kan gaan gebeuren afkapt , zodat je hem een reëel beeld schept.
Leer je kind ook om te gaan met emoties. Bij jonge kinderen kun je dit doen aan de hand van plaatjes. Bij oudere kinderen kun je dit doen door er over te praten of door samen met je kind een rollenspelletje te doen. Rollenspelletjes kunnen je kind ook helpen in de omgang met anderen of bij het verminderen van onzekerheid.
Ook kun je het kind helpen om grapjes beter te leren begrijpen. Door hem veel aan te leren worden de puzzelstukjes op een zeker moment compleet en snapt ie het verband tussen sommige opmerkingen en grapjes.
Is je kind erg teruggetrokken?
Haal hem dan uit zijn schulp door onderwerpen aan te snijden waarin ie geinteresseerd is of door dingen te gaan doen waar ie goed in is of veel plezier aan beleefd.
Tip: Leer je kind om een recept te maken die ie zelf lekker vindt.Leer hem koffie voor je te maken,zodat ie zichzelf nuttig voelt.Vergeet daarbij natuurlijk nooit om te vertellen hoe goed ie erin is,zodat je hem stimuleert en hem het gevoel geeft dat er een aantal dingen zijn waar ie goed in is.
Boeken over MCDD:
Symptomen:
1. Stoornissen in de regulatie van affecten (angst en agressie: angst schiet door in paniek en boosheid in woede).
a. intense angst of gespannenheid.
b. vreesachtigheid of fobie meestal voor ongebruikelijke situaties of voorwerpen.
c.paniekaanvallen of periodes van gedragsmatige terugval met driftbuien/woedeaanvallen.
d.stemmingsschommelingen
e.frequente oninvoelbare, bizarre angstreacties.
2. Stoornissen in de gevoeligheid voor sociale signalen en stoornissen in het sociale gedrag in relatie tot leeftijdsgenoten en volwassenen.
a. sociale desinteresse, vermijden van sociale contacten of grenzeloze contactname, ondanks aanwezige sociale vaardigheden.
b.ontbreken van bestendige relaties met leeftijdsgenoten.
c.aanklampende haat-liefderelaties met name met volwassenen [met name de ouders].
3. Stoornissen van het denken[ hak op de tak springen, bizarre fantasieën]
a. onlogische gedachtegang of plotseling onnavolgbare gedachtesprongen [magisch denken, neologismen]
b.verwarring tussen fantasie en werkelijkheid.
c.gemakkelijk verward raken
d. overwaardige gedachten [grootheidsideeën, verhoogde achterdocht]
Ze moeten leren dat gedrag hen niet zo maar overkomt (en daar hebben ze continu hulp bij nodig), maar dat ze hier zelf invloed op kunnen uitoefenen. Alleen het grote probleem met kinderen met MCDD is dat de regulatie van emoties bij hen verstoord is, en dan gebeurt het soms dat het gedrag hen overkomt voordat ze aan denken toekomen.
MCDD vertoont kenmerken die worden gezien bij autisme maar ook bij schizofrenie en angststoornissen,MCDD wordt gezien als een variant van PDD-nos, maar er zijn duidelijke verschillen.
Bij PDD-nos staan de contactproblemen op de voorgrond, maar bij MCDD staan de problemen met het regulieren van emoties en gedachten op de voorgrond.
Vergeleken bij MCDD-ers zijn PDD-nossers redelijk voorspelbaar in het gedrag.Ze kalmeren ook sneller.
Bij MCDD-ers is het gedrag veel extremer.Het is zeer moeilijk om uitbarstingen zien aan te komen/erbij te helpen en te voorkomen.
Angst is een zeer groot probleem bij MCDD.
Inzicht in de stoornis:
ANGST belemmert iemand met MCDD vaak in het functioneren. Er zijn verschillende soorten angsten. Reële angsten zijn angsten voor iets dat echt bestaat en irreële angsten zijn angsten voor iets dat niet voorkomt of dat voortkomt uit een fantasie.Reële angsten zijn voor ons vaak te begrijpen en daarmee kunnen we ze helpen maar irreële angsten zijn vaak moeilijk te begrijpen dus is het ook lastiger om ze daarmee te helpen.
Angst voor onweer b.v. is voor ons te begrijpen en wij kunnen door middel van uitleg en door behulp van een boekje of tekening uitleggen wat er precies gebeurt bij onweer en we kunnen het kind gerust stellen door te zeggen dat ie geen gevaar loopt omdat ie binnen is. Maar helpen bij irreële angsten is een stuk lastiger voor ons.Daar moeten we soms truukjes voor bedenken of we moeten ze helpen door middel van b.v. therapie.
STRUCTUUR is erg belangrijk voor iemand met autisme.Iemand met autisme wil graag altijd goed weten wat er precies gaat gebeuren. Bij het binnenkrijgen van informatie kunnen wij ons vaak eigenlijk meteen een beeld vormen, bij iemand met autisme komt het als het ware in losse puzzelstukjes binnen en moeten we ze helpen om de puzzel compleet te krijgen zodat ze zich beter een beeld kunnen vormen. Deze vijf puzzelstukjes willen mensen met autisme graag altijd van te voren compleet zien te krijgen
WAAR, WIE, WAT, HOE, WANNEER
Waar gaan we naartoe? Naar oma
Wie zijn daar? Oma,jij en ik
Wat gaan we daar toen? Theedrinken en kletsen
Hoe gaan we daarheen? Met de auto
Wanneer gaan we daarheen? Om 14:00 uur
Tip: Maak een poster met plaatjes (pictogrammen) en teksten aan de muur waar op staat wat het kind die dag gaat doen. (duidelijkheid)
Andere hulpmiddelen zijn : Een dagschema, speciaal onderwijs of trainingen, begeleiding van een psycholoog of psychiater, een aangepaste omgeving b.v. een eigen werkplek,hulp van de ouders, familie, vrienden of kennissen.
STIMULEREN is erg belangrijk ! Er zijn dingen waar iemand met MCDD goed in is. Tip: Maak een boekje door middel van het uitprinten van een paar blaadjes waar op staat:
Waar ben ik goed in?
Wat vind ik leuk om te doen?
Wat zijn mijn goeie eigenschappen?
Samen bezig zijn met je kind is fijn, leerzaam en gezellig. Leer je kind b.v. om om te gaan met je gevoel als je een spelletje hebt verloren. Of samen creatief bezig zijn met papier of het maken van een mooie tekening. Stimuleer je kind door hem complimenten te geven .
TRAINEN kun je je kind in eigenlijk alle dingen waar ie moeite mee heeft. Zo kan het best voorkomen dat bepaalde problemen na een poosje helemaal voorbij zijn,hij heeft geleerd hoe het moet en hoe ie ermee om moet gaan. Toch zal iemand met MCDD altijd problemen blijven houden in het omgaan met andere mensen en zullen ze vaak "onhandig" blijven in denken en handelen.
Hoe train je je kind?
Je traint je kind door hem dingen aan te leren en door oefening gaat het hem uiteindelijk zelf lukken zonder hulp van jou.
Door telkens maar weer te oefenen wordt het vanzelf een automatisme en zo kun je stap voor stap je kind helpen door hem gewoontes aan te leren die normaal zijn binnen de niet-autistische-wereld.
Tips bij de opvoeding:
Hieronder vind je een aantal steekwoorden die telkens weer belangrijk zullen zijn bij de opvoeding van een kind met MCDD.
-Structuur/duidelijkheid/consequent zijn
-Aanleren van dingen/gewoontes
-Stimuleren van gezonde vaardigheden
-Veiligheid
Je dient er bij de omgang met iemand met MCDD eigenlijk altijd rekening mee te houden dat ie een beperking heeft.Inzicht in de stoornis kan je dus helpen om beter met hem om te gaan,maar ook om hem te leren hoe ie met zijn handicap om kan gaan en hem door middel van boekjes o.i.d. helpen om meer inzicht in zijn stoornis te geven.
Iemand met MCDD kan vaak extreem onzeker zijn, het is daarom erg belangrijk dat je duidelijk bent & fantasieën over wat er allemaal kan gaan gebeuren afkapt , zodat je hem een reëel beeld schept.
Leer je kind ook om te gaan met emoties. Bij jonge kinderen kun je dit doen aan de hand van plaatjes. Bij oudere kinderen kun je dit doen door er over te praten of door samen met je kind een rollenspelletje te doen. Rollenspelletjes kunnen je kind ook helpen in de omgang met anderen of bij het verminderen van onzekerheid.
Ook kun je het kind helpen om grapjes beter te leren begrijpen. Door hem veel aan te leren worden de puzzelstukjes op een zeker moment compleet en snapt ie het verband tussen sommige opmerkingen en grapjes.
Is je kind erg teruggetrokken?
Haal hem dan uit zijn schulp door onderwerpen aan te snijden waarin ie geinteresseerd is of door dingen te gaan doen waar ie goed in is of veel plezier aan beleefd.
Tip: Leer je kind om een recept te maken die ie zelf lekker vindt.Leer hem koffie voor je te maken,zodat ie zichzelf nuttig voelt.Vergeet daarbij natuurlijk nooit om te vertellen hoe goed ie erin is,zodat je hem stimuleert en hem het gevoel geeft dat er een aantal dingen zijn waar ie goed in is.
Boeken over MCDD:
Abonneren op:
Posts (Atom)