zaterdag 24 september 2011

Met autisme naar een gewone school

Somajeh Ghaeminia − 18/09/09, Dagblad Trouw

Elk kind heeft recht op onderwijs, ook dat met een beperking. Over hoe dit geregeld moet worden, is al jaren strijd. Trouw onderzoekt in een serie een aantal beperkingen en vraagt ouders naar hun ervaringen. Vandaag: Autisme Spectrum Stoornissen





De familie Kastelijn zit in de tuin. De jongens knappen fietsen op. Vlnr. Nigel, Nick, vader Marcel, Miguel en moeder Melanie. 
(FOTO ROB HUIBERS)






Boos en overstuur kwam Miguel (13) voor de zomervakantie thuis van school. Een moeder had in de klas geholpen met het oefenen van de musical. „Het was anders dan anders”, vertelde Miguel aan zijn moeder Melanie Kastelijn. „ Ze praatte ook over thuis en andere dingen. Maar daar heb ik toch niets aan? Ik kwam daar om de musical te oefenen. Nu doe ik niet meer mee.”

Miguel heeft PDD-NOS, een vorm van autisme, en ADHD. Ook zijn jongste broertje Nigel (10) heeft deze beperkingen. Gebeurt er iets waar zij niet op voorbereid zijn, dan raken ze van slag, vertelt hun moeder. „Zo was er eens een invalleerkracht die de teugels een beetje liet vieren in de klas. Miguel kon daar niets mee, die heeft juist duidelijkheid nodig. Dus ging hij zelf de regels bepalen en legde die op aan de andere kinderen. Die accepteerden dat natuurlijk niet. Eigenlijk was zijn gedrag een grote hulpvraag: ’help me, ik overzie het niet.’”

Miguel en Nigel zaten met extra hulp en begeleiding, het zogenoemde ’rugzakje’, op een gewone basisschool. Ze mochten af en toe extra naar buiten om te ontladen. Nigel kreeg een aparte leesmethode en omdat hij soms moeilijk stil kan zitten, kreeg hij een skippybal. Zo kon hij wiebelen én naar uitleg van de leerkracht luisteren. „We kregen veel steun op school”, vertelt zijn moeder. „Er was veel overleg met de leerkrachten en de zorgcoördinator.” Ze wonnen zelfs de Balans Award, een ’goed voorbeeld prijs’ voor de samenwerking tussen school en ouders van kinderen met een beperking.

Tot op een dag een nieuw beleid werd ingevoerd: ’motiverend leren’. Er werd gewerkt in ’ateliervormen’. „Dat betekende soms ieder uur een andere leerkracht, tot wel elf leerkrachten in één week”, vertelt Kastelijn. „Ze moesten zelf bedenken wat ze wilden leren, zelf informatie verzamelen, plannen en veel samenwerken. Voor veel kinderen is dit leuk en uitdagend maar voor onze jongens met informatiseringproblemen is dit vreselijk. Hun veiligheid, structuur en voorspelbaarheid viel weg. Ze werden ziek, kregen buikpijn en migraine en voelden zich erg ongelukkig.” Kastelijn haalde een jaar lang haar jongste zoon een uur voor de middagpauze al op. Dan had hij extra tijd om alle prikkels te verwerken voordat hij ’s middags weer naar school ging. Maar het viel niet vol te houden. „Hij wil ook niet steeds anders zijn dan andere kinderen.”

Miguel en Nigel zijn van de gewone basisschool overgestapt naar een school voor speciaal basisonderwijs (sbo). Met succes: Miguels achterstanden zijn teruggebracht en zijn IQ-testen geven hogere scores dan ooit. Toen deze school dreigde te verdwijnen door een teruglopend aantal leerlingen, kwamen ouders in opstand. Nu blijft de school bestaan. Kastelijn: „In onze woonplaats Schijndel wordt geëxperimenteerd met ’passend onderwijs’ en ’inclusief onderwijs’: ondanks beperkingen zoveel mogelijk naar een gewone school in de buurt. Maar als we echt alle kinderen thuisnabij willen opvangen, moet er meer gebeuren. Er zullen kleinere groepen nodig zijn, meer kennis, meer overleg en samenwerking met ouders. Zij kennen hun kind het beste.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten